Skip to content

Afdeling Postduiven Oostende.

Event ID: 109

Categorieën:

Der rote Kampfflieger von Rittmeister Manfred Freiherrn von Richthofen, 1917, 351.000 - 400.000, Verlag Ullstein & Co, Berlin-Wien

22 augustus 1915

51.2245376462922, 2.896344620920157
Royal Palace Hotel
Oostende

Source ID: 4

Der rote Kampfflieger von Rittmeister Manfred Freiherrn von Richthofen, 1917, 351.000 - 400.000, Verlag Ullstein & Co, Berlin-Wien p.

“Rusland-Ostende (Van tweezitter naar groot jachtvliegtuig) Nadat onze activiteiten in Rusland zo zachtjes aan tot stilstand waren gekomen, werd ik plotseling overgeplaatst naar een groot jachtvliegtuig, naar de B. A. O. in Oostende (21 augustus 1915). Daar ontmoette ik een oude bekende, Zeumer, en ik werd ook verleid door de naam “groot jachtvliegtuig”. Op 21 augustus 1915 kwam ik aan in Oostende. Mijn goede vriend Zeumer had me opgehaald aan het station in Brussel. Ik had eigenlijk een heel leuke tijd, maar er was weinig oorlogszuchtigs aan, maar het was onmisbaar als leerschool om gevechtspiloot te worden. We vlogen veel, hadden zelden luchtgevechten en waren nooit succesvol. Aan de andere kant was het leven in het algemeen erg plezierig. We hadden een hotel op het strand van Oostende gevorderd. We baden elke middag. Helaas waren er alleen soldaten te zien als badgasten. We zaten op de terrassen van Oostende, ingepakt in onze kleurrijke badjassen, en dronken onze namiddagkoffie. * Weer zaten we, zoals gewoonlijk, op het strand met onze koffie. Plotseling klonk er een fluitsignaal, wat betekende dat er een Engels marine eskader was gesignaleerd. [Natuurlijk lieten we onze gezelligheid niet verstoren door zulke alarmberichten en dronken we verder. Toen riep iemand: “Daar zijn ze!” en inderdaad zagen we een paar rokende schoorstenen aan de horizon, zij het niet erg duidelijk, en later ook schepen. We pakten snel onze verrekijkers en begonnen te observeren. We zagen een behoorlijk aantal schepen. Wat ze eigenlijk aan het doen waren was ons onduidelijk, maar we zouden al snel ongelijk krijgen. We klommen op het dak om meer te kunnen zien. Plotseling klonk er een gefluit, gevolgd door een enorme knal, en een granaat raakte het strand waar we net in het water hadden gelegen. Ik ben nog nooit zo snel in de Heldenkeller gedoken als op dat moment. Het Engelse eskader beschoot ons misschien nog drie of vier keer en richtte zich toen voornamelijk op de haven en het station van Oostende. Natuurlijk raakten ze niets. Maar ze zorgden voor veel opwinding bij de goede Belgen. Eén granaat ging recht in het midden van het mooie paleishotel op het strand van Oostende. Dat was de enige schade. Gelukkig was het Engelse kapitaal dat ze zelf vernietigden. * s Avonds vlogen we weer. Op één van onze vluchten waren we heel ver op zee [57] gekomen met ons grote gevechtsvliegtuig. Het ding had twee motoren en we waren vooral een nieuw besturingssysteem aan het uitproberen waarmee we zelfs met één motor rechtdoor konden vliegen. Toen we vrij ver weg waren, zag ik een schip onder ons drijven, niet op het water, maar – zo leek het mij – onder water. Het is heel eigenaardig: als de zee kalm is, kun je van bovenaf tot op de bodem van de zee kijken. Niet veertig kilometer diep natuurlijk, maar je kunt door een paar honderd meter water kijken. Ik had me niet vergist: het schip dreef niet boven het water, maar eronder, en toch kon ik het zien alsof het er bovenop lag. Ik maakte Zeumer hierop attent en we daalden iets dieper af om het beter te kunnen bekijken. Ik ben te weinig marineman om meteen te kunnen zeggen wat het was, maar ik wist wel dat het een onderzeeër was. Maar van welke nationaliteit? Ook dat is een moeilijke vraag die volgens mij alleen een marineman kan beantwoorden – en niet altijd. De kleur is bijna onmogelijk te herkennen. De vlag nog minder. Bovendien heeft een onderzeeër niets van dat alles. We hadden twee bommen bij ons en ik twijfelde heel erg: moest ik ze gooien of niet? [58]De onderzeeër had ons niet gezien omdat hij half onder water was. Maar we konden vrij rustig over het ding heen vliegen en we hadden kunnen wachten op het moment dat het de lucht in kwam om onze eieren te leggen. Dit is absoluut een heel kritiek punt voor ons zusterwapen. Terwijl we daar beneden al een tijdje met de jongens aan het rommelen waren, realiseerde ik me plotseling dat er voorzichtig water uit een van onze koelers kwam. Als “Franz” leek me dit niet helemaal juist en ik maakte mijn “Emil” erop attent. Hij trok een lang gezicht en ging op weg naar huis. Maar we waren naar schatting twintig kilometer van de kust en ze wilden eerst teruggevlogen zijn. De motor vertraagde zo zachtjes en ik bereidde me rustig voor op een koud en vochtig bad. Maar zie, het werkte! De gigantische schuit was gemakkelijk te besturen met één motor en het nieuwe stuurwiel, en we bereikten vlot de kust en konden heel mooi landen in onze nabije haven. De mens moet geluk hebben gehad. Als we het nieuwe stuurwiel die dag niet hadden uitgeprobeerd, waren we hopeloos gezonken.”

Comments (0)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top