Skip to content

De Achtste

Event ID: 141

Categorieën:

Der rote Kampfflieger von Rittmeister Manfred Freiherrn von Richthofen, 1917, 351.000 - 400.000, Verlag Ullstein & Co, Berlin-Wien

09 november 1916

50.13036094921185, 2.918734811322256
Beugny

Source ID: 4

Der rote Kampfflieger von Rittmeister Manfred Freiherrn von Richthofen, 1917, 351.000 - 400.000, Verlag Ullstein & Co, Berlin-Wien p. 99

“In Boelcke’s tijd was de achtste acht een behoorlijk aantal. Wie vandaag hoort over de kolossale aantallen kills, moet tot de conclusie komen dat schieten gemakkelijker is geworden. Ik kan hem alleen maar verzekeren dat het van maand tot maand moeilijker wordt, ja zelfs van week tot week. Natuurlijk zijn er nu meer mogelijkheden om ze neer te schieten, maar helaas neemt de kans om neergeschoten te worden ook toe. De bewapening van de vijand wordt steeds beter, zijn aantallen steeds groter. Toen Imelmann zijn eerste neerschoot, had hij zelfs het geluk een tegenstander te treffen die helemaal geen machinegeweer bij zich had. Zulke konijntjes vind je nu alleen nog boven Johannisthal. Op 9 november 1916 vloog ik tegen de vijand met mijn kleine strijdmakker, de achttienjarige Imelmann. We zaten samen in het Boelcke-gevechtssquadron, kenden elkaar van vroeger en konden het altijd goed met elkaar vinden. Kameraadschap is het belangrijkste. We gingen op weg. Ik had er al zeven, Imelmann vijf. Best veel voor die tijd. We waren nog maar net aan het front toen we een bomequadron zagen. Het kwam heel [100]brutaal aanvliegen. Natuurlijk kwamen ze in grote aantallen aan, zoals ze altijd deden tijdens de Slag aan de Somme. Ik denk dat er zo’n veertig tot vijftig in het eskader zaten, ik kan je het exacte aantal niet vertellen. Ze hadden een doel gekozen voor hun bommen niet ver van ons vliegveld. Kort voor het doel bereikte ik de laatste vijand. Mijn eerste schoten hebben waarschijnlijk de mitrailleurschutter in het vijandelijke toestel uitgeschakeld en misschien de piloot een beetje gekieteld, maar hij besloot met zijn bommen te landen. Ik vuurde er nog een paar op zijn bast, wat de snelheid verhoogde waarmee hij de grond probeerde te bereiken, want hij stortte neer en viel heel dicht bij ons vliegveld van Lagnicourt. Op hetzelfde moment was Imelmann ook verwikkeld in een gevecht met een Engelsman en had ook een tegenstander neergehaald, ook in hetzelfde gebied. We vlogen snel naar huis om ons neergehaalde vliegtuig te bekijken. We reisden met de auto naar de omgeving van mijn tegenstander en moesten toen heel lang lopen door diepe velden. Het was erg warm, dus ik knoopte alles los, zelfs mijn overhemd en mijn kraag. Ik deed mijn jas uit en liet mijn hoed in de auto, maar ik had een grote geknoopte stok bij me en mijn laarzen [101] zaten tot aan mijn knieën vol vuil. Dus ik zag er niet uit. Zo kom ik dicht bij mijn slachtoffer. Er heeft zich natuurlijk al een enorme menigte omheen verzameld. Een groepje agenten staat een eindje verderop. Ik loop naar ze toe, begroet ze en vraag de eerste officier of hij me kan vertellen hoe het luchtgevecht eruitzag, want het is achteraf altijd heel interessant om te horen hoe het luchtgevecht eruitzag van de anderen die van onderaf toekeken. Dan hoor ik dat de Engelsen bommen hadden afgeworpen en dat dit vliegtuig zijn bommen nog bij zich had. De heer in kwestie neemt me bij de arm, gaat naar de groep andere officieren toe, vraagt snel mijn naam en stelt me aan hen voor. Het was niet prettig voor me, want zoals ik al zei was mijn toilet een beetje ongeorganiseerd. En de heren met wie ik nu te maken had, zagen er allemaal erg netjes gekleed uit. Ik werd voorgesteld aan een persoon die ik niet echt mocht. Een generaalsbroek, een medaille om zijn nek, maar een relatief jeugdig gezicht, ondefinieerbare oksels – kortom, ik voelde iets bijzonders, knoopte in de loop van het gesprek mijn broek en kraag dicht en nam een iets militairere vorm aan. Ik wist niet wie het was. Ik neem [102]weer afscheid en rijd naar huis. s Avonds ging de telefoon en hoorde ik dat het Zijne Koninklijke Hoogheid de Groothertog van Saksen-Koburg-Gotha was. Ik heb opdracht hem op te zoeken. Het was bekend dat de Britten van plan waren bommen op zijn staf te gooien. Dus ik zou geholpen hebben om de moordenaars op afstand te houden. Ik kreeg hiervoor de Saxe-Koburg-Gotha Medal of Valour. Ik geniet er elke keer van als ik hem zie.”

Comments (0)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top