Overwinning 01
Event ID: 128
Categorieën:
17 september 1916
Source ID: 4
“We stonden allemaal op de schietbaan en één voor één vuurden we onze machinegeweren af op de manier die ons het gunstigst leek. De dag ervoor hadden we onze nieuwe machines ontvangen en de volgende ochtend wilde Boelcke met ons vliegen. We waren allemaal beginners, niemand van ons had tot nu toe succes gehad. Dus wat Boelcke ons vertelde was een evangelie voor ons. In de afgelopen dagen had hij, zoals hij het uitdrukte, minstens één, soms twee Engelsen neergeschoten voor het ontbijt. De volgende ochtend, 17 september, was een prachtige dag. We konden veel vliegen van de Engelsen verwachten. Voordat we opstegen, gaf Boelcke ons enkele precieze instructies en voor de eerste keer vlogen we in een eskader onder leiding van de beroemde man in wie we blindelings ons vertrouwen stelden. We waren net aan het front aangekomen toen we een vijandelijk eskader herkenden dat in de richting van Cambrai boven onze linies vloog op de detonatiepunten van onze ballonafweerkanonnen. Boelcke was natuurlijk de eerste die het zag, omdat hij meer kon zien dan andere mensen. We hadden de situatie snel door en iedereen probeerde dicht achter Boelcke te blijven. We beseften allemaal dat we onze eerste test onder de ogen van onze vereerde leider moesten doorstaan. We naderden het eskader langzaam, maar het kon ons niet langer ontlopen. We bevonden ons tussen het front en de vijand. Als hij terug wilde, moest hij ons passeren. We telden de vijandelijke vliegtuigen en realiseerden ons dat het er zeven waren. Wij hadden er maar vijf. Alle Engelsen vlogen met grote, tweezits bommenwerpers. Het was slechts een kwestie van seconden voordat we moesten starten. Boelcke was al verdomd dicht bij de eerste, maar hij vuurde nog niet. Ik was de tweede, met mijn kameraden vlak naast me. De Engelsman die het dichtst bij me vloog, was een grote, donkerkleurige aak. Ik bedacht me geen moment en richtte op hem. Hij schoot, ik schoot en ik miste, hij ook. Er ontstond een gevecht waarbij het voor mij belangrijk was om achter de schuit te komen, omdat ik alleen in mijn vliegrichting kon schieten. Hij hoefde dat niet, want zijn wendbare machinegeweer reikte in alle richtingen. Maar hij leek geen beginner, want hij wist precies dat zijn laatste uur geslagen had op het moment dat ik achter hem wist te komen. Op dat moment had ik niet de overtuiging “hij moet vallen”, zoals ik nu heb, maar ik was eerder benieuwd of hij zou vallen, en dat is een essentieel verschil. Als de eerste of zelfs de tweede of derde eenmaal ligt, dan gaat er een lampje branden: “Zo moet je het doen.” Dus mijn Engelsman draaide en draaide, vaak over mijn schoof heen. Ik dacht niet aan het feit dat er andere Engelsen in het eskader waren die hun belegerde kameraad te hulp konden komen. Slechts één gedachte: “Hij moet vallen, wat er ook gebeurt!” Eindelijk, een gunstig moment. De vijand lijkt me kwijt te zijn en vliegt recht vooruit. In een fractie van een seconde hijg ik in zijn nek met mijn goede machine. Een korte uitbarsting van mijn machinegeweer. Ik was zo dichtbij dat ik bang was hem te rammen. Dan opeens slaak ik bijna een vreugdekreet, want de propeller van de vijand stopt met draaien. Hoera! Geraakt! De motor werd aan flarden geschoten en de vijand moest bij ons landen, want het was onmogelijk om bij zijn linies te komen. Ik merkte ook aan de schommelende bewegingen van het vliegtuig dat er iets niet helemaal in orde was met de piloot. De waarnemer was ook niet meer te zien, zijn machinegeweer stak in de lucht zonder enige bediening. Ik had hem dus geraakt en hij moet op de grond van zijn lichaam hebben gelegen. De Engelsman landde ergens vlak naast het vliegveld van een squadron dat ik kende. Ik was zo opgewonden dat ik mezelf niet kon tegenhouden om te landen en landde op het onbekende vliegveld, waar ik bijna mijn vliegtuig overhoop haalde in mijn gretigheid. De twee vliegtuigen, die van de Engelsman en mij, stonden niet ver van elkaar. Ik rende er recht op af en zag een heleboel soldaten op de vijand afkomen. Eenmaal daar ontdekte ik dat mijn veronderstelling juist was. De motor was kapotgeschoten en beide inzittenden ernstig gewond. De waarnemer stierf onmiddellijk, de leider op transport naar het nabijgelegen militaire ziekenhuis. Ik plaatste een steen op zijn mooie graf ter nagedachtenis aan mijn vijand die eervol was gevallen. Toen ik thuiskwam, zat Boelcke al aan het ontbijt met de andere kameraden en was erg verbaasd over waar ik zo lang over had gedaan. Ik meldde trots voor de eerste keer: “Een Engelsman neergeschoten.” Iedereen juichte meteen, want ik was niet de enige; behalve Boelcke, die zoals gewoonlijk zijn ontbijtoverwinning had, had ieder van ons beginners voor het eerst een luchtgevecht gewonnen. Ik wil erop wijzen dat sindsdien geen enkel Engels squadron het heeft aangedurfd om zo ver als Cambrai te gaan zolang daar een Boelcke-gevechtssquadron was.”
Comments (0)